Te midden van de vele geschriften die Maarten Luther heeft nagelaten, neemt zijn verklaring van Het Hogepriesterlijk gebed een bijzondere plaats in. Aan de uitleg ervan heeft hij zelf de hoogste vreugde beleefd. Steeds wijst Luther op de verhevenheid en diepzinnigheid van dit gebed. Zoveel heerlijkheid en ware wijsheid is erin te vinden.
In de tekst van het boek is de oorspronkelijke vorm van preken niet meer herkenbaar. Cruciger heeft van het boek een geheel gemaakt, zodat het vooral op een commentaar lijkt. Vers voor vers wordt Johannes 17 uitgelegd.