Het zal je maar gebeuren... Een rustige, zonnige avond. De dochter viert vakantie in Albanië, de zoon staat klaar op de wielerbaan voor de wekelijkse training. De ouders, broer en zus appen nog even totdat de zoon afbreekt met de woorden: 'Stil, ik moet fietsen.' Een paar uur later ligt het leven van de ouders aan flarden. Hun zoon blijkt tijdens de sprint te zijn verongelukt. Er is maar één weg; de weg naar Bolsward, naar een huis vol rouw...
Lies Boven-Boonstra opent vanaf de eerste regel in Stil ruimhartig haar moederhart. Ze beschrijft hoe de eerste twee jaar van het rouwproces diepe sporen in haar leven trekt; ook in haar leven als christen. Het leven van een rouwende moeder gaat verder.