In Vlucht vertelt de directeur van Stichting Vluchteling Tineke Ceelen haar bijzondere levensverhaal. In een wereld vol oorlog en geweld reisde Tineke Ceelen naar de brandhaarden om vluchtelingen te helpen, kwetsbare mensen over wier hoofden wordt gevochten om macht en geld. Jarenlang. Ze werd gearresteerd in Soedan, reed in een gepantserde auto door de Somalische hoofdstad Mogadishu, verbeet zich in een smoezelig kamertje in Afghanistan vanwege een coronabesmetting en at in Oeganda een week lang bruine bonen uit blik. Ceelen doet openhartig verslag van haar vele ontmoetingen met slachtoffers én daders van misdaden tegen de menselijkheid. Het verhaal van de jonge Afghaanse vluchteling Ali, die ze besluit op sleeptouw te nemen, loopt als een rode draad door dit boek. Verder blikt de auteur terug op haar niet altijd rimpelloze jeugd in het Brabantse Maren-Kessel, haar avontuurlijke jaren in Tibet en Kameroen en de geboorte van haar half-Tibetaanse dochter Agnes, die ze in haar eentje opvoedde. Voor haar werk werd Ceelen niet alleen gelauwerd, maar ook beschimpt en bedreigd.