In De toekomst van de kerk reflecteert Dr. Aarnoud van der Deijl op zijn dertigjarig predikantschap, waarin hij de kerk in Nederland meer dan zag halveren. Het bezorgde hem rouw; de fases van ontkennen tot berusten heeft hij allemaal doorlopen.
Dit boek stelt existentiële en maatschappelijke vragen, niet alleen aan de kerk en de gelovigen, maar ook aan de samenleving als geheel. Alle plannen om de kerk aantrekkelijker te maken, hebben de kerk niet gered - maar redden we het wel zonder kerk? Kunnen we zonder de (oer)verhalen, de beelden en rituelen, de gemeenschap van mensen die naar elkaar omzien, de ethische reflectie, of leidt verlies daarvan automatisch tot 'verarming' van individu en samenleving? Aarnoud van der Deijl opent hierbij het gesprek.
Vanuit zijn persoonlijke betrokkenheid analyseert Van der Deijl scherp en met mededogen 'zeven plannen die de kerk niet konden redden'. Maar hij stopt zijn betoog daar niet. Hij gaat te rade bij al dan niet gelovige 'kritische vrienden' zoals Kristien Hemmerechts, Nadia Kroon, Stephan Sanders, Klaas Smelik, Paul van Tongeren, Alain Verheij en Yvonne Zonderop. Mensen die 'kerkloos' waren maar kerkelijk werden, of die de christelijke cultuur van groot belang achten.